In 1993 richtten de Nederlandse Marina Melis en haar echtgenoot Ed Koopman op Bonaire een ezelopvang op voor zieke, gewonde en verweesde ezels. Voor veel toeristen is een bezoek aan Donkey Sanctuary Bonaire een uitje tijdens de vakantie. In de Bonaire Special van Reisbizz Magazine gaan we in gesprek met Marina.
In het jaar 1700 zijn ezels in de tijd van Ojeda door de Spanjaarden als lastdier op Bonaire en andere eilanden gebracht. Tot 1950 stonden zij in dienst om mensen te dragen, karren te trekken en in het zout te werken. “Kortom: ze deden al het zware werk tot de auto zijn intrede maakte en de ezels overbodig raakten. Ze zijn op straat beland en lopen overal los. Om eten en drinken te zoeken, zwerven ze het hele eiland over”, vertelt Marina.
De ezels hadden hulp nodig, maar volgens Marina deed niemand dit. Ruim dertig jaar geleden is de ezelopvang opgericht als stichting. “Uit liefde voor de ezels zijn we hiermee begonnen, aangezien ik in Nederland ezels als hobby had”, gaat Marina verder. Er wonen ruim 800 ezels in de opvang en daar komt maandelijks een ezel bij. “Toeristen kunnen in hun eigen auto, met een golfcar, fiets of scooter door ons park rijden dat 60 hectare groot is. Daarnaast kunnen ze in een zorgweide wandelen met weesezeltjes en moeders met veulentjes die ook van straat zijn gehaald. In ons park zijn alle mannetjes gecastreerd, aangezien fokken niet helpt bij het probleem.”
Wil je meer weten over de ezelopvang en wat Marina en haar team voor de ezels betekenen? Lees dan het hele interview in de Bonaire Special van Reisbizz Magazine.