De belangstelling voor vakanties binnen Europa zit in de lift. Uit de woensdag gepubliceerde Vakantiemonitor van de ANWB blijkt dat 92 procent van de Nederlandse vakantiegangers deze zomer in Europa blijft. Dat is een duidelijke stijging ten opzichte van vorig jaar, toen nog 85 procent binnen de Europese grenzen op vakantie ging.
Deze groeiende voorkeur voor Europese bestemmingen is volgens de ANWB deels te verklaren door toenemende aandacht voor klimaatverandering en geopolitieke spanningen. Niet gek dus dat dit jaar 62 procent met de auto op vakantie gaat ten opzichte van 54 procent vorig jaar. Ook gaan Nederlanders vaker in eigen land op vakantie en gaan ze minder vaak op vakantie in het hoogseizoen (57 procent tegenover 73 procent vorig jaar).
Uit het onderzoek blijkt dat 55 procent van de ondervraagden klimaatverandering laat meewegen in de vakantieplannen. Dat uit zich onder meer in het vermijden van extreem weer of juist het opzoeken van bestemmingen met een stabiel klimaat. Ook kiest een groeiende groep voor een vakantie buiten de drukke stedelijke hotspots – met name steden als Venetië en Barcelona worden vaker vermeden om de massatoerisme te ontlopen.
De interesse in verre bestemmingen is overigens niet volledig verdwenen. Het aantal vakantiegangers dat het vliegtuig pakt, blijft stabiel op 31 procent. Ook wordt dat duidelijk dat Azië aan populariteit wint. Zo verdubbelde het aantal Nederlandse toeristen dat deze zomer richting het Verre Oosten reist ten opzichte van vorig jaar.