11 oktober 2024
Thumbnail voor Geen schikking in SGR-Corendon zaak

Geen schikking in SGR-Corendon zaak

ROTTERDAM - De Rechtbank Rotterdam doet 8 maart uitspraak in een procedure die de SGR heeft aangespannen tegen Corendon. Tijdens de zitting donderdag bleek een schikking er niet in te zitten. SGR wilde nu wel een voorlopig vonnis, Corendon niet. Dus kon de rechter dat niet doen.


Het gaat om een vordering bij Corendon van ruim 3 miljoen euro voor door SGR uitgekeerde reissommen aan gedupeerde klanten van (onrechtmatige) D-reizen coronavouchers. Toch houdt de touroperator volgens de SGR-advocaten ook in dat geval volgens de reisovereenkomst restitutieplicht bij annulering van een reis. SGR heeft die vorderingen van reizigers aan Corendon overgenomen, na ze in 2021 schadeloos te hebben gesteld, omdat afgesproken was dat de coronavouchers onder de SGR-garantie zouden vallen.

Complex
“De SGR had uitgegeven vouchers van reisorganisaties, ook die op naam van tussenpersonen als D-reizen, in overleg met de ANVR onder dekking van het fonds gebracht om een catastrofe in de reisbranche te voorkomen na de vele reisannuleringen door de pandemie. Het faillissement van D-reizen in april 2021 verergerde de situatie nog eens extra. Het was een complex geheel en we besloten gedupeerde consumenten met D-reizen vouchers snel uit te betalen, om het vertrouwen in de reisbranche te herstellen en nieuwe boekingen mogelijk te maken”, zei SGR-directeur Erik-Jan Reuver bij de inhoudelijke behandeling van de zaak in Rotterdam.

Klantgeld werd massaal vastgehouden
De D-reizen schade liep in de vele tientallen miljoenen, nadat de voormalige twee aandeelhouders na een omstreden management buyout van de Duitse RTG-groep verboden zogeheten nulvouchers uitgaven aan klanten zonder tegenwaarde van ‘kluisvouchers’ van touroperators, zoals het SGR-bestuur had bepaald. Er werd schuld op schuld gestapeld door D-reizen en klantgeld werd massaal vastgehouden. De curatoren doen onderzoek naar de aansprakelijkheid van de oud-eigenaren van D-reizen en de reele mogelijkheid van frauduleus handelen.

Te weinig overleg geweest
De Corendon-advocaten benadrukten de statuten van SGR, waarin is vastgelegd dat de schade door bankroet tot het minimum moet worden beperkt. “Ook door deelnemers als Corendon in de gelegenheid te stellen zelf actie te ondernemen en vervangende reizen te verkopen inclusief aanvullende verdienopties. Dat is niet gebeurd en daardoor hebben we onze schade onvoldoende kunnen beperken. Bovendien is het juridisch de vraag of de SGR elke klantvordering op touroperators zomaar mag overnemen. Er is met ons te weinig concreet overleg over de uitkeringen geweest in alle chaos.”
Reuver noemt dit onzin. “We hebben die periode heel veel contact gehad met touroperators en retailers. Ook met Corendon. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt in de reisindustrie. Daar hebben we naar gehandeld. Langer wachten met uitbetalen was niet in het belang geweest van de reizigers, waarvoor de SGR een vangnet is, maar ook niet voor de SGR-deelnemers”, meent hij.

Teveel losse eindjes
Corendon verwijt SGR bovendien, zo bleek in Rotterdam, de slechte gang van zaken bij D-reizen in 2020 niet adequaat genoeg te hebben gecontroleerd. Reuver kaatst de bal terug. “Corendon had ook zelf de verantwoordelijkheid om D-reizen als grote agent in de gaten te houden inclusief de geldstromen.”
Volgens Reuver is met alle andere touroperators al wel een financiële regeling getroffen.

De Corendon-advocaten lieten weten wel degelijk open te staan voor een eerlijke verdeelsleutel van de schade. “Maar niet op deze manier. Daarvoor zijn er teveel losse eindjes bij SGR in deze zaak. Het fonds is naar ons toe in gebreke gebleven”, stelden ze. Een tegenvordering is dan ook in de maak.
“SGR heeft overhaast en ondoordacht en voor haar beurt gehandeld en kan de rekening nu niet 1 op 1 doorschuiven naar Corendon. Wij hoeven zeker niet het onderste uit de kan, maar de vordering is slecht onderbouwd en dient daarom te worden afgewezen.”