ARNHEM - De voormalige eigenaren van reisorganisatie Oad willen onder meer met een nieuwe getuige eindelijk erkenning van de rechter krijgen voor de reden van het faillissement tien jaar geleden. Met een verklaring van Corendon-topman Steven van der Heijden moet Rabobank in hoger beroep alsnog als schuldige worden aangewezen voor het bankroet, is het idee. Oad is vol vertrouwen, laat een woordvoerder weten.
Woensdag begint het hoger beroep in Arnhem met een mondelinge behandeling. Volgens Oad is dit de eerste keer dat er echt inhoudelijk en stap voor stap wordt gekeken of Rabobank zich aan de zorgplicht voor banken heeft gehouden. De rechter zei begin vorig jaar dat Rabobank een kredietovereenkomst gewoon mocht opzeggen en daarmee niet schuldig was aan het omvallen van Oad. "Een bank moet het wel erg bont maken voordat kan worden geconcludeerd dat een opzegging niet rechtsgeldig is", was het oordeel.
"De rechtbank hanteerde toen niet alleen een onjuiste maatstaf, het dossier toont nu ook klip en klaar aan dat Rabobank het wel degelijk 'veel te bont' heeft gemaakt", is nu de overtuiging van het kamp-Oad. Onder anderen Van der Heijden heeft volgens de reisorganisatie nu haar kant gekozen. Het is Oad vooral te doen om gerechtigheid en een forse financiële compensatie, van 70 miljoen euro.
De aandeelhoudersfamilie Ter Haar, die tot het bankroet de controle had over Oad, betoogde eerder al dat de reisorganisatie door een onterechte kredietopzegging door de afdeling bijzonder beheer van de bank failliet ging. Daardoor verloren circa 1600 mensen hun baan en leden crediteuren, waaronder de Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR), tientallen miljoenen euro's verlies. Delen van het reisconcern hebben na het bankroet onder nieuwe eigenaren een doorstart gemaakt.
Ook Rabobank zegt met vertrouwen het hoger beroep in te gaan. Meer wil een woordvoerder er niet over kwijt zolang de zaak bij de rechter ligt.