Ik word nog steeds emotioneel als op een verjaardag iemand - van laten we zeggen boven de 35 jaar, het komt bijna niet meer voor - vertelt over zijn eerste vliegervaring. Blij, lelieblank en onbedorven. Over het verstellen van de stoel. Het opstijgen. Het eerste drankje in de lucht. Zuiver en onbezoedeld, alsof ze het over hun eerste vrijpartijtje hebben.
Veel reiservaring betekent ook: je wordt een zeur als je niet uitkijkt. Vroeger was elke hotelkamer beter dan thuis. Het hotelbed was stukken beter, met een dekbed warempel (je keek nooit meer met dezelfde ogen naar je mottige dekentjes thuis).
De televisie was groter en beter, kleur en soms met een porno light kanaal, kom daar thuis eens om. En er was een bad; had je thuis niet, dus pure luxe.
De hotelier was een heer die ver boven jouw stand was verheven. Hij liep altijd met je mee naar de kamer en droeg je koffer. Hij legde geduldig de TV en de kranen uit. En introduceerde met een weids gebaar het oranje ligbad.
“Welkom in het Witte Paard”, zei hij, bij het overhandigen van de zware sleutel met rode kwast.
Met je vier nachtjes ervaring
De volgende ochtend kritiek uiten op een lekkende kraan of piepende fan, je zou het niet in je hoofd halen. Zeker niet bij de kale receptionist die 25 scheldwoorden voor Duitser kon opdreunen zonder zijn gouden sigarettenpijpje uit de mond te nemen. Je wilde ook niet de kans lopen als hotelamateur door de mand te vallen. Met je vier nachtjes ervaring in de Belgische Ardennen.
Lees Harri zijn hele blog in het nieuwe Reisbizz Magazine.