De rechtbank in Den Haag doet naar verwachting pas in het nieuwe jaar uitspraak in de zaak tegen Schiphol. De kernvraag is of de luchthaven vorig jaar rechtmatig een natuurvergunning heeft gekregen. Milieuorganisaties stellen dat deze vergunning, die tijdelijk ruimte biedt aan een half miljoen vliegbewegingen, onterecht is verleend.
Een van de procespartijen kreeg van de rechter nog de mogelijkheid om schriftelijk te reageren op een proceskostenformulier, waardoor het onderzoek pas over een week kan worden gesloten. Pas daarna gaat een termijn van zes weken in, waarna de rechter doorgaans uitspraak doet. Maar de voorzitter van de rechtbank waarschuwde dat waarschijnlijk meer tijd nodig is "vanwege de omvang en complexiteit, maar ook omdat het dan richting de feestdagen loopt". Een concrete uitspraakdatum werd dan ook nog niet gegeven.
Op dinsdag hoorden de rechters de hele dag de standpunten aan van onder meer milieuorganisatie Mobilisation for the Environment (MOB), de advocaten van Schiphol en de verantwoordelijke staatssecretaris van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN).
Discussie
Tijdens de zitting werd er uitgebreid gedebatteerd over stikstofdepositieberekeningen, de keuze van referentiejaren voor deze analyses, geluidsberekeningen en de vraag of de verzuring door het schadelijke zwaveldioxide daadwerkelijk is afgenomen. Er ontstond ook discussie over onder meer de aankoop van stikstofrechten door Schiphol van Nederlandse boeren.
MOB voert al jaren juridische strijd tegen de milieuschade die het vliegverkeer veroorzaakt. De organisatie stelde eerder dat de natuurvergunning nooit had mogen worden verleend, vanwege verschillende zwakke punten, zowel inhoudelijk als procedureel. Daarbij leverden de milieuclubs kritiek op de manier waarop Schiphol, stikstofruimte heeft verkregen door deze over te nemen van agrarische bedrijven.
Onder de vergunning zijn tijdelijk een half miljoen vliegbewegingen mogelijk. Dat aantal gaat dan later omlaag naar 440.000. Volgens milieuorganisaties zijn dat er nog steeds veel te veel.