Toerist vindt duurzaamheid minder belangrijk dan een jaar geleden

De VSM wordt in zes verschillende landen uitgevoerd (Nederland, Duitsland, België, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en de Verenigde Staten) en verschijnt maandag voor de 17e keer.

In het onderzoek werden respondenten voor het eerst gevraagd naar problemen door extreem weer op vakanties. 30 procent van de reizigers geeft aan hier last van te hebben gehad. Het gaat dan om hittegolven, bosbranden of extreme regenval. Het extreme weer heeft volgens de VSM invloed op de keuze voor een volgende vakantie. 65 procent van de mensen die last hebben gehad van extreem weer geeft dat aan. Van de mensen die zelf geen extreem weer hebben meegemaakt, is dit 42 procent.

Duurzame vakantie
De bereidheid om meer te betalen voor een duurzame(re) vakantie is onder Duitsers, Fransen, Britten en Amerikanen tevens afgenomen. Onder Nederlanders en Belgen is dit percentage gelijk gebleven. Jos Vranken van de NBTC: "Een flink aantal vakantiegangers heeft te maken gehad met extreme weersomstandigheden en geeft aan daar rekening mee te gaan houden bij een volgende bestemmingskeuze. Maar gek genoeg leidt dit blijkbaar nog niet direct tot duurzamer keuzes in het vakantiegedrag of de bereidheid meer te betalen voor duurzaamheid."

Naast de effecten van extreme weersomstandigheden geeft 46 procent van de ondervraagden aan genoodzaakt te zijn het vakantiegedrag aan te passen als gevolg van inflatie. Nederlanders (39 procent) hebben echter het minst last van de inflatie, de groep is het hoogste onder de Fransen (54 procent).