Maar, ijdele hoop. De spreektijd was lang genoeg voor het voorstelrondje van de heren Oostdam en Reuver en daarop het NJET van Mona.
Ik waardeer het oprecht dat het ANVR dit gesprek toch nog heeft willen voeren, (zeker in het licht van mijn blog van 9 april), maar in het commentaar achteraf van het ANVR klonk toch ook wel heel erg een “zie je wel dat ze niet naar ons willen luisteren, maar we hebben het toch geprobeerd?” door. Tja, de politiek is het laatste decennium niet meer echt bijgepraat over wat er leeft in de reisbranche op wat geharrewar rondom de vliegtax na.
Dat het toerisme niet belangrijk wordt gevonden in Den Haag dat blijkt ook nog eens pijnlijk uit het commentaar dat ik via LinkedIn ontving van het inmiddels afgezwaaide VVD kamerlid Remco Dijkstra: “...bijzonder jammer dat sommige bestuurders vakantie (vliegen=vies of reizen is overbodig) of de infra (reisbureaus) daarvoor onvoldoende op waarde weten te schatten….”
Lobby is een vak. En Frank Oostdam heeft vooral erg zijn best voor ons gedaan, maar het heeft er alle schijn van dat hij de politieke lobby beter aan een specialist over kan laten. Met zijn dubbelfunctie als directeur én voorzitter van onze branchevereniging trekt hij misschien wel meer werk naar zich toe dan iemand in tijden van crisis zou kunnen behappen.
Voor deze crisis is het te laat. Maar we moeten straks ook weer verder. Inmiddels is dus wel duidelijk dat de Haagse politiek meer betrokken moet worden bij de reisbranche. Daardoor komt er eerst begrip en daarna draagvlak. Daar heb je iemand voor nodig die blindelings de weg weet op het Binnenhof. De ANVR zou dat moeten weten, want (heel) vroeger waren het juist teruggetreden politici als Ed van Thijn en Hans Wiegel die de voorzittershamer hanteerden bij de ANVR.
Voor Frank Oostdam zou het ook een geruststellende gedachte zijn om gewoon op kantoor een Haagse sparring partner te hebben. Iemand die luistert naar de naam Jan Peter of Wouter misschien?
Kees Bikker
Oprichter travelkees.nl