AMSTERDAM - De pensioenkorting van 9 tot ruim 18 procent bij de overgang van het kwakkelende Reiswerk Pensioenen naar het solide PGB-fonds in 2021 is niet onrechtmatig. Dat vonnist de kantonrechter in Amsterdam in de zaak van 473 reismensen tegen hun branchefonds, PGB en toezichthouder De Nederlandse Bank. Alle vorderingen worden afgewezen.
Eisers worden in het ongelijk gesteld en staan daarmee in de kou. De rechtbank overweegt dat, anders dan zij menen, hier geen sprake is van een ongerechtvaardigde aantasting van hun pensioen. “Maar juist van een noodzakelijke ingreep om hun pensioen in de toekomst zoveel mogelijk veilig te stellen. Vaststaat namelijk dat de financiële positie van Reiswerk Pensioenen zo zorgelijk was geworden dat voorzienbaar was dat zij niet volledig aan de verplichtingen jegens eisers zou kunnen voldoen”, aldus de uitspraak.
Volgens de rechter blijkt uit de stukken dat Reiswerk Pensioenen zorgvuldig tewerk is gegaan bij het onderzoek naar structurele oplossingen. “Uiteindelijk bleek er maar één haalbaar, waarbij de belangen van de deelnemers zo goed mogelijk werden gewaarborgd, en dat was de overgang naar PGB. Dat daarvoor een verlaging van het pensioen noodzakelijk was, gezien het verschil in financiële positie van betrokken partijen, is evident en conform de Pensioenwet. Het ligt immers niet voor de hand dat de deelnemers van PGB voor het dekkingstekort van het over te nemen reisbranchefonds zouden moeten gaan betalen.”
Volgens de rechtbank is er juist sprake van een noodzakelijke ingreep om hun pensioen in de toekomst zoveel mogelijk veilig te stellen.
Geen reëel alternatief
Eisers hebben volgens het vonnis verder onvoldoende weersproken gelaten dat iedere andere oplossing naar alle waarschijnlijkheid nadeliger zou hebben uitgepakt. “Zij hebben ook geen reëel alternatief geschetst. De kantonrechter is daarom van oordeel dat de vordering feitelijk ongegrond is en alleen al daarom moet worden afgewezen”, is de zure conclusie. De reismensen worden ook niet ontvankelijk verklaard in hun vordering bij De Nederlandse Bank.
Uiterst pijnlijk
ANVR-expert Frank Radstake zegt in een eerste reactie aan Reisbizz dat het uiterst pijnlijk blijft dat met de collectieve overgang naar PGB een korting van de pensioenaanspraken nodig was. “Maar zoals wij steeds gezegd hebben, is in de besluitvorming wel een gedegen proces doorlopen. De rechter beaamt dat in het vonnis. Voor een deel is de pensioenkorting nu ook alweer gecompenseerd door toeslagverlening van PGB in de laatste twaalf maanden. Wij zouden gezien het oordeel van de rechter de fondsdeelnemers niet aanraden in beroep te gaan, maar dat is vanzelfsprekend aan hen”, aldus Radstake.
Complexe materie
Zo’n 20.000 deelnemers van Reiswerk Pensioenen in liquidatie zijn de dupe van de korting, 473 daarvan startten de juridische procedure. Niet zozeer om de overgang naar het toekomstbestendige PGB terug te draaien – het zieltogende reispensioenfonds was niet levensvatbaar - wél om deze disproportionele korting van tafel te krijgen of daar in ieder geval een redelijke compensatie voor te krijgen. Er is er volgens hen naar de deelnemers in 2020 nauwelijks goed gecommuniceerd over deze zeer complexe materie. Desondanks krijgen ze juridisch niet hun zin.
“Het is een grof schandaal. Ons vertrouwen is geschaad door deze overval en een muur van ondoorzichtigheid”, vatte één van de getroffen reisdeelnemers eerder samen.
De advocaten van de tegenpartij maakten tijdens de zitting in Amsterdam al gehakt van de dagvaarding, die volgens hen aan alle kanten rammelt. Zij lieten evenmin een spaan heel van de inhoudelijke behandeling, die volgens hen wel iets weg had van een theoretisch proefproces. “Wat is nou het verwijt precies en wat willen ze eigenlijk?”, vroegen ze zich af.
De gedupeerden blijven erbij dat het erg wrang is dat een groot deel van hun oudedagvoorziening is verdampt. “Het is een grof schandaal. Ons vertrouwen is geschaad door deze overval en een muur van ondoorzichtigheid”, vatte één van de getroffen reisdeelnemers (55) de zaak eerder samen.