17 juni 2025
Thumbnail voor Cassatiezaak Oad vs Rabo krijgt venijnig staartje

Cassatiezaak Oad vs Rabo krijgt venijnig staartje

De cassatiezaak Oad vs Rabo krijgt nog een venijnig juridisch staartje. MKB-juristen fronsen hun wenkbrauwen bij de mogelijke partijdigheid van de procureur-generaal van de Hoge Raad, die in zijn ‘Conclusie’ een streep zet door de vermeende schending van de bancaire zorgplicht bij het megabankroet van Oad in 2013. De rechter heeft dit PG-advies blind gevolgd zonder enige motivatie.

De Twentse familie Ter Haar, destijds aandeelhouder van deze top-3 touroperator in Nederland, heeft met de curatoren altijd beweerd dat huisbankier Rabo onredelijk, ondeugdelijk, niet proportioneel en ook onrechtmatig heeft gehandeld, toen de kredietstekker eruit werd getrokken. Dit terwijl verkoop van het Oad-busbedrijf aan een groep Twentse investeerders nabij was. 

Er was nog een paar dagen nodig om de puntjes op de i te zetten. Door de deal zou de directie hebben kunnen voldoen aan de door de bank geëiste kapitaalinjectie. Die tijd werd Oad door de Rabo uit puur eigen belang niet meer gegund, waardoor het faillissement een feit was. Meer dan 1.500 mensen stonden op straat en de schade liep naar schatting tegen de 100 miljoen euro.

Oad was trouwe Raboklant
Ter Haar heeft, bijgestaan door de curatoren, twaalf jaar juridisch strijd gevoerd tegen de Rabo, waar Oad vele jaren trouwe klant was. Maar de rechtbank, het Hof en nu de Hoge Raad stellen eisers niet in het gelijk. De bank is volgens het gerechtelijke oordeel niet aansprakelijk voor het bankroet en de schade. Ter Haar had een vergoeding van rond de 70 miljoen geëist, vooral vanwege het schenden van de voor ondernemers zo belangrijke (wettelijke) zorgplicht. 

De maatschappelijk onrust, met name in het bedrijfsleven, is door deze afsluitende HR-uitspraak groot, blijkt uit een rondgang van Reisbizz. Tegelijk blijkt de angst voor de machtige banken in het MKB groot. Omdat veel ondernemers daar vaak afhankelijk van zijn, durven zij nauwelijks kritiek te uiten in het openbaar. Achter de schermen borrelt de woede over ‘de bancaire dictatuur’ echter weer op, wordt in de gesprekken snel duidelijk.

Reactie van de Hoge Raad
Uiteraard vroeg Reisbizz de Hoge Raad om een reactie op de ophef. Klopt het dat plaatsvervangend procureur-generaal Wissink, die de allesbepalende (voor Ter Haar negatieve) Conclusie schreef, bij advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek heeft gewerkt, dat nu de Rabo-belangen dient in deze rechtszaak? “Ja, maar dat is ruim 30 jaar geleden. Binnen de Hoge Raad geldt de regel dat je als lid van het parket een bepaalde periode geen zaken doet, waar het kantoor bij betrokken was. Deze periode is echter ruimschoots verstreken”, aldus een HR-woordvoerster.

Deze cassatiezaak ging volgens haar over de zorgplicht van de bank na opzegging van de kredietrelatie. “Dat betreft overeenkomsten- en aansprakelijkheidsrecht. Plv. PG Wissink is één van de leden van het civiele parket die vaker concludeert in dergelijke zaken. De Hoge Raad heeft de zaak afgedaan volgens artikel 81 RO, zonder inhoudelijke motivering. Dat kan, als de HR het cassatieberoep ongegrond acht en er geen sprake is van juridisch belangrijke nieuwe vragen. Maar ook dan wordt er op dezelfde wijze beoordeeld als een zaak die een motivering krijgt. Eventuele drukte bij de Hoge Raad speelt geen rol. Als een zaak een inhoudelijke motivering behoeft, komt die er altijd. Daarvan was hier dus geen sprake.”


Reactie Oad-familie Ter Haar
De familie Ter Haar laat bij monde van haar zegsman Jan Driessen weten het oordeel van de hoogste rechter te respecteren. “Toch betreuren we het dat deze maatschappelijk essentiële zaak na twaalf jaar is afgedaan zonder inhoudelijke motivering. Het faillissement van Oad raakt niet alleen onze familie diep, maar ook onze oud-medewerkers, honderden leveranciers en talloze reizigers. Velen leefden afgelopen jaren met ons mee. Deze zaak ging daarom al lang niet alleen over ons verleden, maar ook over de toekomst van duizenden ondernemers. De kernvraag is: waar eindigt de commerciële vrijheid van een bank, en waar begint haar wettelijke zorgplicht?”

Nu de Hoge Raad zich hierover niet uitspreekt en zich volledig schaart achter het advies van de PG, is het volgens Ter Haar van des te groter belang dat elke schijn van vooringenomenheid wordt vermeden. “Juist daarom zijn we geschrokken van de vaststelling dat deze PG vijf jaar werkzaam is geweest bij advocatenkantoor De Brauw, dat nu de Rabo bijstaat. Diens zogenaamd onafhankelijke advies volgt vrijwel letterlijk de verdedigingslijn die De Brauw heeft gevolgd, ondanks aantoonbare tegenargumenten. Cruciaal bewijs, waaronder deskundigenrapporten en getuigenverklaringen, zijn geheel buiten beschouwing gelaten in zijn Conclusie. Dat is meer dan jammer.”

‘Rechtspraak met botte bijl’
Dat maakt de twijfels in deze zaak volgens de critici nog schrijnender. “Om die reden voelt deze uitspraak als rechtspraak met de botte bijl. Er blijft geen helderheid, geen leer en geen richting. Alleen stilzwijgen, waar juist rechtsontwikkeling en rechtszekerheid geboden hadden moeten worden. De hoofdvraag of de Rabobank in het najaar van 2013 zonder deugdelijke reden een kort uitstel bot mocht weigeren, is nog steeds niet beantwoord. Dat doet geen recht aan het brede gewicht in deze zaak en wel degelijk ook maatschappelijke taak van banken”, aldus Driessen.

Cassatie-advocaat Van Swaaij, die de familie Ter Haar bijstaat, maar kreeg te maken met verwerping van het cassatieberoep, heeft zijn zogeheten ‘borgersbrief’, waarin hij bij de Hoge Raad reageert op de Conclusie van de PG, online gepubliceerd. Samenvattend: de procureur-generaal heeft de redenering van De Brauw overgenomen zonder voldoende kritische reflectie. Zo zijn de solvabiliteit van Oad en concrete toezeggingen van de Rabo vlak voor het faillissement ten onrechte buiten beschouwing gelaten.

Handelen in crisissituaties
Met andere woorden, volgens Van Swaaij stond Oad in 2013 niet op omvallen en was het in wezen een financieel gezond bedrijf. Het frame van de bank dat Oad eind 2013 niet meer te redden was, is volgens het verweer klakkeloos overgenomen, terwijl het juist de Rabo zelf was, die met het kredietwapen Oad onnodig de fatale zet in de afgrond gaf, al waren er goede afspraken met investeerders en afnemers en was er een forse reorganisatie aan de gang. “De zorgplicht van een bank houdt niet voor niks in dat de dienstverlening naar klanten zorgvuldig dient te zijn en dat naar beste vermogen rekening moet worden gehouden met de belangen van de klant. Dat de bank vrij zou zijn om eigen afwegingen te maken, gaat slechts beperkt op.”

Juridisch riekt het volgens MKB-ondernemers naar een gemakzuchtige afhandeling van een zaak, waarin de verantwoordelijkheid van banken in het geding is, vooral met betrekking tot die relevante, contractuele zorgplicht, alsmede hoe te handelen in crisissituaties. “Dat is groter dan de Oad-kwestie alleen. Daarom is het teleurstellend hoe de rechtelijke macht hiermee is omgegaan. Het is een gemiste kans op helderheid, maar het raakt ook aan ons vertrouwen in financiële instellingen”, stelt een ingewijde bron.

Parlementaire evaluatie?
Er wordt zelfs gepleit voor een parlementaire en/of wetenschappelijke evaluatie, nu de rechtsgang formeel tot een einde is gekomen met het arrest van de Hoge Raad. Ook al is dat gebaseerd op de Conclusie van een PG, die in ieder geval de schijn op zich heeft geladen van een slager die zijn eigen vlees keurt. 

Oad is volgens Van Swaaij nodeloos ten onder gegaan “door een apert onredelijke lastminute voorwaarde van de Rabo om de transactie met de Twentse investeerders binnen drie dagen compleet af te ronden. Dat mocht de bank niet eisen”, meent hij, “ook omdat die notabene zelf had aangegeven dat Oad na verkoop van het busbedrijf aan de voorwaarden in de waiver letter zou hebben voldaan, waaronder kapitaalversterking, en dat de opzegging van de financiering dan zou worden ingetrokken. Erger nog: de Rabo wist dat die onhaalbare deadline onmiddellijk zou leiden tot faillissement.”

Dat bleek tevens uit een interne memo, waarin een Rabomedewerker zei dat ‘het voor de bank beter is om de plannen af te wijzen en de opzegging door te zetten’. Het blijft doodzonde, vooral omdat het risico voor de bank nihil was, gezien alle zekerheden. “De Rabo-weigering om Oad iets meer tijd te geven de transactie 100 procent in orde te maken, was zonder meer in strijd met de zorgplicht. Het bankroet was makkelijk te vermijden geweest”, aldus Van Swaaij.

Recente berichten