27 november 2024
Thumbnail voor Kabinet besluit: minder bagageafhandelbedrijven op Schiphol

Kabinet besluit: minder bagageafhandelbedrijven op Schiphol


Het aantal bedrijven dat bagage afhandelt op Schiphol moet worden verlaagd, heeft demissionair minister Mark Harbers (Infrastructuur) besloten. Het besluit zou een nieuwe kofferberg zoals in het chaotische jaar 2022 moeten helpen voorkomen.

Een snelle terugkeer van reizigers en personeelstekorten op de luchthaven zorgden destijds voor grote problemen op Schiphol. Er waren te weinig beveiligers om alle passagiers tijdig te controleren en daardoor ontstonden lange rijen en misten reizigers hun vliegtuig. Daarbij kwamen allerlei problemen met achtergebleven koffers die niet op de juiste vluchten meegingen, zich opstapelden en soms weken later nog altijd niet met hun eigenaar waren herenigd.

"Het werd in 2022 voor iedereen duidelijk dat het niet goed ging met de bagageafhandeling op Schiphol. Dat moet anders", stelt Harbers. Door het aantal bagageafhandelbedrijven te beperken zou de concurrentie tussen die ondernemingen wat worden ingeperkt. Maar het zou de arbeidsomstandigheden van werknemers en de kwaliteit van de dienstverlening ten goede moeten komen.

Zes bedrijven
Op Schiphol zijn nu zes bedrijven actief in de afhandeling van bagage, vracht en post. Dat zijn er volgens Harbers relatief veel vergeleken met andere Europese luchthavens. Hij heeft onderzoek laten doen waaruit naar voren kwam dat de markt voor afhandeling op Schiphol te klein is voor zoveel spelers.

Het is de bedoeling dat het aantal partijen wordt teruggebracht tot drie. Maar het besluit geldt alleen voor de bedrijven die bagage van passagiersvliegtuigen afhandelen. De vrachtsector wordt uitgezonderd, omdat een beperking hier voor logistieke problemen zou kunnen zorgen. Ook de afhandeling van bijvoorbeeld privévliegtuigen blijft buiten schot.

Het duurt nog wel even voor de maatregel in de praktijk te merken is. Volgens het ministerie kan Schiphol nu beginnen met een Europese aanbesteding. Dat proces duurt naar verwachting ongeveer een jaar en daarna zal nog een overgangsperiode volgen, waarin partijen zich kunnen voorbereiden op de veranderingen.